Voorafgaand aan een huttentocht in de oostelijke Dolomieten van Italië zochten we nog een leuke plek aan de westelijke kant van deze bergketen. Na wat opzoekingen kwamen we terecht bij Val Gardena. Deze vallei bestaat uit drie kleine dorpen: Ortisei, Santa Cristina en Selva di Val Gardena. In de winter is dit een drukbezocht en populair skigebied maar in de zomermaanden kan je hier fantastische wandelingen maken. Onze uitvalsbasis werd hotel Jägerheim.
Wie ‘Seceda’ intikt op social media, komt terecht op adembenemende beelden van deze 2519 meter hoge berg. Het is dan ook logisch dat een wandeling naar deze berg zeker niet mag ontbreken tijdens onze driedaagse in deze streek. Er zijn twee mogelijkheden om de Seceda te bereiken. Ofwel wandel je eenvoudigweg naar boven (al verlies je daar wel wat tijd mee natuurlijk en bij Seceda kan je ook prachtig wandelen) ofwel neem je een kabelbaan. Met nog een meerdaagse huttentocht in het vooruitzicht, kiezen we zonder twijfel voor dit laatste. We laten hiervoor onze wagen gewoon aan het hotel in Selva staan want langs de achterkant van ons hotel is het maar enkele minuten stappen tot aan de Col Raiser kabelbaan. Deze 8-persoonskabelbaan brengt ons van 1556 meter naar 2106 meter in ongeveer 10 minuten. In de omgeving zijn er nog andere kabelbanen die je ook in de richting van de Seceda brengen. Vergeet niet om in het station een plannetje mee te nemen of als die er niet zijn, een foto te maken van één van de grote plattegronden die in het station hangen.

We stelden aan de hand van de plattegrond een luswandeling samen om dan uiteindelijk terug aan de kabelbaan te komen waar we die ochtend waren uitgestapt. Tijdens die wandeling kom je langs de mooiste plekjes van het gebied waarbij kleurrijke weiden, berghutten en grazende koeien met grote bellen rond de nek het decor vormen. Maar langs alle kanten zie je ook prachtige bergen met als hoogtepunt toch wel het zicht op de dramatische Seceda. Zo wandelden we langs het spectaculaire viewpoint op Seceda, de rand er van en de groene weide in het lagergelegen deel.
Maar dus starten bij het verlaten van de kabelbaan. Je wordt direct geconfronteerd met een prachtige omgeving waar een goede ‘vibe‘ hangt door het landschap, de gezellige sfeer en toch ook wat berghutten waar voldoende mogelijkheden zijn om wat te rusten of iets te eten en drinken. Er staan ook overal bordjes met daarop de markeringen van de wandelingen en de namen van de berghutten. Op die manier is het eigenlijk heel makkelijk om je weg te vinden in dit gebied. Wij wandelen langs pad 2 in de richting van Baita Daniel Hütte waar we een eerste keer halt houden om wat te rusten, een stuk fruit te eten en wat te genieten van het landschap. De hut is heel mooi gelegen en heeft een groot en gezellig terras. En ook de binnenkant mag worden gezien.

Van hieruit trekken we stijgend verder tot we aan een splitsing komen en linksaf pad 6 kiezen. Geleidelijk aan zie je dan al de Seceda opduiken en dit is toch wel indrukwekkend. Aan een nieuwe splitsing gaat het rechtsaf richting twee berghutten waarbij we aan de eerste stoppen om iets fris te drinken. Ook hier weer een pareltje van een berghut, Baita Sofie Hütte. We vleien ons neer op de comfortabele ligzetels en besluiten na een halfuurtje dat het tijd is om te vertrekken richting viewpoint. We zien namelijk al wat wolken ter hoogte van de berg en weten niet hoe dit verder zal evolueren. Het zekere voor het onzekere dus en richting viewpoint. In de verte zien we plots een groot kruis op een bergrand staan, van waar je al een mooi zicht op ontelbare pieken hebt. Wij besluiten nog wat verder te gaan langs een toch wel smalle richel om van daaruit de beste spot te hebben. Hier heb je een perfect zicht op de enorme scheur in de aardkorst en de steile pieken van Seceda. Het plaatje dat ik voor me heb, zorgt er voor dat deze Seceda voor mij een berg is vol dramatiek. Ik heb in mijn leven al veel bergen gezien maar deze zit absoluut in de top 3 van de meest spectaculaire.

Ons wandelpad gaat verder langs de groene hellingen van de Seceda en hierna begint de daling weer. We wandelen langs hoge, steile bergen aan de ene kant en groene weiden aan de andere kant. Zo vervolgen we pad 2B tot we aan de kleine maar gezellige Malga Pieralongia Alm komen. Voor de kleinsten zijn er boerderijdieren en er kan ook worden geschommeld met prachtig zicht op de bergen. Je kan er ook iets lekker nuttigen, wat wij er trouwens met veel smaak doen. Het wordt een combinatie van brood, kaas en confituur, appeltaart en huisbereide yoghurt. Vlakbij de hut tref je ook de ‘Lion King Rock’ aan, in de vorm van haaientanden en een menhir van 60 meter hoogte.



We willen nog veel langer wandelen in deze nooit vervelende omgeving maar kiezen er toch voor om langs pad 1 terug naar het station van Col Raiser te keren. Zo komen we aan een mooie en gevarieerde wandeling van 10,55 km. Eentje die je zeker zou moeten doen als je in Val Gardena bent!
Wil je een verblijf boeken in het hotel waar wij verbleven, dan kan dit hier. Ideale ligging, leuke ongedwongen sfeer en een mooie tuin om te relaxen bij mooi weer. En er is ook een goed uitgeruste wellness beschikbaar waar je terecht kan bij minder goed weer. Wijzelf maar ook onze twee tieners voelden zich er helemaal thuis en verveelden zich op geen enkel moment.
